dierbaaroord_buttonMijn (twee) inzendingen van deze rubriek , alweer wat jaren geleden, in dagblad De Limburger. Een maal m.b.t. kasteel Schaesberg en de andere over het verzetsmonument in Heer.

Het artikel over Kasteel Schaesberg is ook daadwerkelijk in krant gepubliceerd.

 

Ruïne/ kasteel Schaesberg

Mijn verhaal begint ergens begin 60 ‘er jaren. Ik was toen nog een kleine hummel van ’n jaar of zeven. Met mijn fietsje ging ik vanaf de Kakertshof via de Kasteelweg met zijn knotwilgen, regelmatig naar het imposante kasteel. De voorburcht was nog in tact en de boer woonde er nog. De kikkers kwaakten er volop. Het kasteel met vijver/ gracht hadden een enorme aantrekkingskracht. In gedachten als kleine kerel zag je dan de graaf denkbeeldig wandelen, het geen natuurlijk niet zo was. Natuurlijk liep je al eens over het boogbruggetje richting poortgebouw om een glimp van de binnenplaats van de hoeve op te vangen. Wauw indrukwekkend.
Ik weet nog dat ik zogenaamde “negerpiemelen” (1) wilde plukken aan de achterkant van de ruïne. Dat ging dus fout en ik kieperde in de vijver. Ging gelukkig nog goed behoudens de uitbrander thuis.
Als het al eens flink geregend had liep de gracht wat over omdat het smalle beekje richting Palemig de afvoer niet zo snel kon verwerken. Als je de verder wilde richting Meezenbroek, moest je dan door dat water van een paar centimeter hoog. Of je boog af richting Palemig en sprong je dan via dat zelfde beekje (langs het zandweggetje) van links naar rechts.
Dat was jaren zo en met mij voor zeer velen die in de omgeving woonden.

Halverwege de jaren zestig kwam de boerderij leeg te staan. Met een enorm verval tot gevolg. Nu de boer er niet meer was konden we natuurlijk alles bekijken. Met wat vrienden struinde ik vaak door de gebouwen. Een super avontuurlijke speeltuin waarvan je als kind de gevaren niet zag. Zo klauterden we in de toren waarvan de vloer al niet meer best was. Zo vonden we ook de vluchtgang vanuit de hoeve. Ik weet nu nog waar die was en hoe je er kwam. De gang was niet zo hoog. We kropen er menige meter in. Maar het was er snel donker en bouwvallig. Toch maar niet verder. Poe spannend en gevaarlijk natuurlijk. Ben ik nooit meer vergeten. Mijn moeder moest eens weten hé.
Maar de sloophamer kwam al snel. Een historische fout van formaat.
Als kind had je toen al het besef dat dit niet goed was. Ik erger me er ruim 40 jaar later nog aan.
Zo’n indrukwekkend plek aan de rand van het Haesdal werd een kopje kleiner gemaakt.
Maar de plek bleef natuurlijk met de ruïne van het woonhuis. De aantrekkingskracht bleef. Al wordt je dan wat ouder, ik was inmiddels tiener, ik was er vaak met vrienden te vinden.
De schoorsteen met stukje trappenhuis stond er toen nog. We stelden ons voor hoe het was geweest. Je zag steeds meer details.
De historie van kasteel en bewoners kreeg mijn verregaande interesse. Later waren er opgravingen door de TU van Delft. In dagblad Vrij Nederland was toen sprake van een “wereldwonder” dat ter ziele was gegaan. Het verlies van zo’n gebouw was in de randstad nooit voorgekomen. Ik heb het artikel nu nog steeds.
In het Limburgs Dagblad stond eens een artikel dat je de ondergrondse gewelven kon bezoeken. Zelf wist ik van de ondergrondse gang dus…. Bijna ingestonken het was een 1 april grap.
Jaren later stortte ook nog de hoek van de toren in. Tja en ik was er natuurlijk weer te vinden. Er was nog slechts een eiken balk die de twee resten op zijn plaats hield. Triest dat verval.
De fundamenten en grachten kregen een opknapbeurt om toch nog wat te behouden. Inmiddels bijna volwassen vertoefde ik er nog steeds heel vaak. Er is menig kiekje gemaakt. Samen met vrienden snuffelden we in de blubber om misschien toch wat leuks te vinden. Die onverklaarbare aantrekkingskracht. Met vriendin liep je jaren later vanaf de Kakersthof nog steeds diezelfde Kasteelweg af richting die aansprekende plek met ruïne. Ik heb zelfs een eigen site (www.seuskens.nl) gemaakt met daarop een prominente plek voor het voormalige kasteel en diens bewoners. Kasteel en omgeving mogen niet vergeten worden en gelukkig zijn er initiatieven voor eerherstel. Laten we hopen dat het werkelijkheid wordt.
Inmiddels woon ik nu al weer ruim 25 jaar in Maastricht, maar die plek daar aan de rand van het Haesdal met dat kasteel c.q ruïne blijft haast onverklaarbaar mijn dierbaar oord. Dat gevoel zal wel nooit weg gaan. Mooi toch.

 

(1) “Negerpiemelen” is zeker niet negatief bedoeld. Door de jeugd werd die naam (we spreken dan over de jaren zestig) gebruikt voor waterplanten die we kennen als lisdodde. In die tijd werd er niet zo bij stilgestaan dat dat tegenwoordig ook een negatieve klank kan hebben. Het was immers kinderpraat.

 

Naast bovenstaande heb ik nog een inzending gedaan over het monument aan de Verzetstraat in Maastricht.

 

Beeld Verzetstraat Heer (Maastricht)

DSCF0313
Monument van Heer ©

 

Toen ik in dit deel van de wijk Heer ging wonen stond daar aan de overkant in het pleintje aan de Verzetstraat een beeld. Vele jaren liep ik er langs me iedere keer afvragend wat het nu precies voorstelde. Op de een af andere manier kijk ik er altijd naar. Het is niet zo’n groot monument in omvang. Enigszins onopvallend subtiel daar op dat pleintje. Het staat er echter perfect. Het beeld spreekt. Laat je nadenken als je wilt. Het beeld straalt ellende van onderdrukking en hongersnood uit. Maar toch ook zo van: “ik heb het gelukkig overleeft en er is nog hoop.
Het is nu ik het weet, een verzetsmonument . Het is een hardstenen beeld van een zittende mannenfiguur. Het beeld herinnert aan het verzet van de inwoners van het dorp Heer tegen de onderdrukking.
Ook in deze tijd is het toch nog eens goed om hier zo af en toe eens bij stil te staan en er naar te streven dat we die ellende nooit meer krijgen.
Zo zie je maar weer dat een relatief klein en onbekend monument, toch groot kan zijn. Alleen maar mooi.

 

Bovenstaand artikel is wat later gepubliceerd in Ons Weekblad. Dat was een wijkkrant v/d wijken Scharn, Heer en De Heeg in Maastricht.